Vogelzang en klassieke muziek op het Oranjewoud festival

Een roffelende specht, een zingende merel. Normaal gesproken hoor je die niet bij een klassiek concert. Tijdens het Oranjewoud festival kijkt niemand ervan op. De natuur is daar letterlijk een paar stappen verwijderd van het podium en het publiek. Het was dit jaar de 11e editie van het Oranjewoud festival, bedacht en opgezet door concertpianist Yoram Ish-Hurwitz. Het was uit passie voor klassieke muziekvormen en geïnspireerd door de fraaie natuur van Parklandschap Oranjewoud waar hij zelf ook woont.

In de dagen voorafgaand aan het festival verschenen op onze wandelroutes stapels rijplaten, verschillende aanmeldhokjes, grote en kleine tenten en bewegwijzering. De Overtuin, een ommuurd park in het parkgebied Oranjewoud, werd omgetoverd tot een soort Parade-terrein en was als festivalhart voor de gelegenheid omgedoopt tot De Proeftuin. Hier stonden allerlei leuke eet- en drinktentjes, plekken om gezellig bij elkaar te zitten en een podium waar musici op gezette tijden een optreden verzorgden.

Om bezoekers te helpen met hun ticketkeuze was het festival opgedeeld in vijf onderdelen. Het festivalhart was De Proeftuin en daaromheen waren vier verschillende programmalijnen uitgezet: de Family Zone, de Play Zone, de Comfort Zone en de Expedition Zone. De Proeftuin was toegankelijk voor iedereen met een festivalbandje. Mensen die een kaartje voor één van de voorstellingen in de andere zones hadden, kregen een gratis festivalbandje. In het verlengde van de Proeftuin lagen de Family Zone en de Play Zone. Bij de oude moestuin was de Comfortzone en bij Museum Belvedere waren de avontuurlijke optredens in de Expedition Zone.

Het festival maakt gebruik van de prachtige omgeving, maar is er slechts te gast. Bij de ingang stond een tot insectenhotel omgebouwde vleugel ten behoeve van het project Vleugel voor vleugels met de oproep ‘om met nieuwe ogen naar de natuur te kijken en te beseffen hoe elk insect, hoe klein ook, van onschatbare waarde is in het in stand houden van het natuurlijk evenwicht. Elke insect, net als elke toon, is onderdeel van de symfonie die natuur heet.’ Opvallend was ook hoe de broedende ooievaars geintegreerd leken in het festivalterrein.

We hadden een lang weekend, want het was Pinksteren .Vrijdagavond gingen we vast sfeer proeven. We dronken een cappuccino in de Proeftuin en genoten van de omgeving. Zaterdag wilden we naar Isabelle van Keulen. Zij speelde in de Comfortzone, de plek voor de echte liefhebbers van klassieke muziek. Helaas waren alle tickets uitverkocht. Maar niet getreurd buiten naast de tent genoten we samen met nog zo’n twintig andere geinteresseerden toch mee van haar optreden. Het was prachtig weer. We liepen daarna door naar Museum Belvedere, naar de Expediton Zone, waar de experimentele installaties waren. Onder Museum Belvédère door stroomt het Grand Canal. Over het water was een drijvende brug gebouwd met in het midden een stellage met grote horizontale houten panelen: de semantron. We hadden geen kaartjes voor het klankspectakel, maar hoorden wel nog de Roep van de semantron waarop ritmisch werd geslagen.

Zondag was het hoogtepunt voor ons. We hadden tickets voor het Zonsopkomstconcert, dat begon om 5 uur in de ochtend. Bij het opstaan zagen we al wat licht en de wandeling naar de tent was magisch. In de tent stonden comfortabele fauteuils en stoelen. We zaten comfortabel met een deken over de benen, het geluid van de vogels en de muziek van Mendelssohn en Haydn door het Viride kwartet. Het was een bijzondere belevenis.

Sanctuary of Sound

De artistiek leider van het festival Yoram Ish-Hurwitz drukte het publiek bij het Viride Kwartet op het hart ná het concert en het gezamenlijk ontbijt ook naar de kunstinstallatie Sanctuary of Sound van Miranda Driessen te gaan luisteren. En dat deed een groot aantal bezoekers. We liepen naar een groot weiland achter Museum Belvedere waar 8 windharpen opgesteld stonden en gestemd werden. Om de tijdstippen te bepalen waarop gestemd zou worden, liet Driessen zich leiden door het plastische getal van de 20e-eeuwse architect en Benedictijner monnik Dom van der Laan. Mensen zaten en lagen op dekens op de grond te luisteren naar de wind door de harpen. Het was prachtig en sereen.

Tot mijn schande moet ik bekennen dat ik voor de koop van ons huis nog nooit van het Oranjewoud festival had gehoord. We waren ook verbaasd en verrukt dat zo’n groot, landelijk bekend festival bij ons naast de deur was. En onze ervaring was dat hoewel dicht bij huis, er geen enkele overlast was. Het festival blijkt groot genoeg voor grote namen als het Isabelle van Keulen Ensemble, maar nog klein genoeg om geen hordes mensen langs ons huis te zien gaan. Inmiddels zijn we vrienden van het festival en hopen er volgend jaar weer bij te zijn.