‘Ja, ik koop een spreeuw, en die leer ik dan alleen het woord Mortimer’

Wat Shakespeare te maken heeft met de aanwezigheid van de spreeuw in Amerika en andere wetenswaardigheden over deze vogel.

The Starling, History of British Birds by F.O. Morris, illustrated by Alexander Francis Lydon, 1870. 
Bron

Afgelopen week probeerde een spreeuw een graantje mee te pikken van het vogelvoer in onze tuin. Hij landde op het stokje van de pindakaaswip en vloog verschrikt op toen dat door zijn gewicht onder hem wegzakte. Na een aantal mislukte pogingen lukte het hem, hangend met zijn pootjes aan de onderkant van het huisje, toch zijn kop in de pindakaaspot te steken.

Vorig jaar rond deze tijd, tijdens onze rondreis door de zuidelijke staten van Noord-Amerika, verbaasde ik me ook over de spreeuw. Niet over een individuele vogel, maar over de soort. Wanneer we na een lange autorit bij ons hotel aankwamen, zagen we zwermen spreeuwen op weg naar een slaapplek. De spreeuw, de sturnus vulgaris, wordt in het Engels naast common starling ook wel European starling genoemd. Hoe kan het dat die Europese spreeuw in Noord-Amerika voorkomt? Ik ging op onderzoek uit.

De spreeuw, John Gerrard Keulemans, 1869. Bron

The Birds of America

Eerder die vakantie had ik in New Orleans bij een standbeeld van John James Audubon (1785–1851) gestaan. Audubon was schrijver, ornitholoog, natuuronderzoeker én schilder van het boek The Birds of America. Dit wereldberoemde vogelboek verscheen in meerdere delen tussen 1827 en 1838. De prenten laten een grote variëteit aan Amerikaanse vogels zien. Audubon had zich voorgenomen om alle vogels van Amerika in zijn boek op te nemen, wat uiteindelijk resulteerde in meer dan vierhonderd soorten. In zijn collectie zou ik de spreeuw moeten kunnen vinden. Maar hoewel Audubon verschillende spreeuwsoorten had getekend, de common/European starling zat er niet bij. Ik zocht verder op het internet en ontdekte dat ‘onze’ spreeuw inderdaad geen oorspronkelijke bewoner van Amerika is en pas rond 1900 in Amerika werd geïntroduceerd. En het bijzondere is dat Shakespeare daar iets mee te maken had.

Kolonisatie

Eugene Schieffelin, een apotheker uit New York, was voorzitter van een Acclimatization Society. Deze verenigingen waren actief in Amerika in de door Europese landen gekoloniseerde gebieden. Zij hadden als doel allerlei wilde planten en dieren vanuit het Europese vaderland mee te verhuizen naar Amerika. Apotheker Schieffelin was een belezen man en had het idee opgevat om elke vogelsoort die in de werken van Shakespeare voorkwam in de Verenigde Staten te introduceren. Rond 1860 introduceerde hij met succes de huismus en in 1890 liet hij een groepje van zo’n zestig uit Engeland afkomstige spreeuwen los in Central Park in New York. En een jaar later nog eens veertig.

Binnen tien jaar was de spreeuw een vaste bewoner in een gebied zo groot als Nederland en binnen dertig jaar kon hij als standaard vogel van Noordoost-Amerika beschouwd worden in een gebied tot aan ongeveer de grens met Canada. Tegenwoordig komt de spreeuw over bijna het gehele Noord-Amerikaanse continent voor, inclusief Canada en Alaska.

Starling illustration from The Birds of Shakespeare, by Sir Archibald Geikie. Glasgow, J. Maclehose and sons, 1916. Bron

De adem van God

Indirect was Shakespeare dus verantwoordelijk voor het feit dat we ‘onze’ spreeuw, met zijn paars en groen metallic-achtig bespikkeld verenkleed, na 9 uur vliegen tegenkwamen in Amerika. Ook daar maakten ze de prachtigste figuren in de lucht. In zijn boek Zomergasten, doortrekkers en overwinteraars noemt Arjan Dwarshuis dit fenomeen de adem van God. Hij legt ook de functie van zo’n zwerm uit. In zo’n zwerm hebben roofvogels weinig grip op een enkele vogel en daarnaast vormt het een oriëntatiepunt voor spreeuwen uit de wijde omtrek. Na de broedtijd gebruiken spreeuwen gezamenlijke slaapplaatsen en door zo’n grote zwerm kunnen ze die makkelijker vinden.

Het bijzondere is dat in een zwerm geen enkele spreeuw de ander raakt. Dat komt doordat ze allemaal met dezelfde snelheid vliegen. Bij spreeuwen zitten de ogen aan de zijkant van de kop, waardoor ze bijna 360 graden in de rondte kunnen kijken. Zo zien ze sneller gevaar aankomen en kunnen ze tijdens het zwermen tegelijkertijd de vogel boven, onder, links, rechts, voor en achter zich in de gaten houden. Binnen een fractie van een seconde reageren ze op hun buurman. Als een spreeuw uitwijkt volgt de rest. Zo ontstaan die bijzondere golvende bewegingen tijdens het zwermen. In het engels noemen ze die zwermen murmurations. In Denemarken gebruiken ze de term sort sol, wat zwarte zon betekent. Een zwerm spreeuwen die de zon verduistert.

Sort Sol in Denemarken

Klankimitatie

Nog een laatste weetje over de spreeuw. Ze zijn niet alleen slim en snel, maar ook uitzonderlijk goede imitatoren. De spreeuw imiteert andere vogels, maar ook omgevingsgeluiden. Spreeuwen die veel op stations vertoeven, kunnen zelfs het fluitje van de conducteur nabootsen. Ze zijn verwant aan beo’s en kunnen ook spraak imiteren.

Mozart had jarenlang een tamme spreeuw omdat hij onder de indruk was van het vermogen tot klankimitatie van deze vogels. Hij leerde de vogel een thema fluiten uit zijn zeventiende pianoconcert en in een aantekenboekje noteerde hij de desbetreffende muziekregel evenals de imitatie van de spreeuw. Toen de spreeuw na drie jaar dood ging, was Mozart zeer bedroefd. Acht dagen later schreef hij een stuk dat musicologen voor raadsels stelde: Ein musikalischer Spass (KV 522). Eind 20e eeuw kwamen psychologen Meredith West en Andrew King tot de conclusie dat Mozart de zang van zijn spreeuw in het stuk had verwerkt.


Ook de bloemen die Shakespeare in zijn toneelstukken en gedichten noemt zijn een bron van inspiratie geweest. De Britse gravin van Warwick had rond 1900 in de tuin bij haar landgoed Easton Lodge in Essex een bordes vol bloemen die voorkomen in Shakespeare’s stukken. Dat inspireerde de kunstenaar Walter Carme (1845-1915) tot een prentenboek vol tekeningen met die bloemen van Shakespeare: Flowers from Shakespeare’s Garden, uitgegeven in 1906.

Achtergrondinformatie

  1. De titel van dit stuk is een vertaling van Jan Jonk van een zin uit Shakespeare‘s Henry IV: ‘I’ll have a starling shall be taught to speak nothing but “Mortimer”, Hotspur whines’. In 1596 of 1597 verscheen het eerste deel van Shakespeares historische toneelstuk Henry IV. Daarin komt Hotspur in opstand tegen koning Henry IV. Die weigert namelijk losgeld te betalen voor de vrijlating van Hotspurs zwager Mortimer, die door rebellen gevangen is genomen. De zwager in kwestie wordt door de koning als rivaal gezien. Hotspur neemt het de koning kwalijk dat hij Mortimer niet helpt en blijft aandringen op het vrijkopen van zijn rebelse zwager. De heren krijgen ruzie, en de koning verbiedt Hotspur de naam van zijn zwager nog langer te noemen. Hotspur bedenkt een pesterig plannetje. Voor dit artikel putte ik uit informatie van Koos Dijksterhuis over hoe de spreeuw in de Verenigde Staten terecht is gekomen.
  2. Het standbeeld van John James Audubon in New Orleans.
  3. Het enige exemplaar in Nederland van de oorspronkelijke uitgave van The Birds of America van John James Audubon is in het bezit van het Teylers Museum. Het boek is veel geld waard. Een zeldzaam exemplaar bracht in 2010 tijdens een veiling in Londen 8,64 miljoen euro op. Daarmee werd een record geboekt. Nooit eerder werd er zoveel voor een gedrukt boek betaald.
  4. Meer over Eugene Schieffelin.
  5. Het boek van Arjan Dwarshuis Zomergasten, doortrekkers en overwinteraars is te koop bij de Vogelbescherming. Net als de pindakaaswip die ik beschrijf.
  6. Het verhaal over Mozart en zijn spreeuw heb ik uit dit NRC artikel.
  7. Beluister de compositie Ein musikalischer Spass (KV 522).
  8. De vogelprenten die ik als illustratie in dit stuk heb opgenomen zijn van de Britse illustrator Alexander Francis Lydon (1836-1917), de Nederlandse kunstschilder en illustrator John Gerrard Keulemans (1842-1912) en de Britse geoloog en schrijver Sir Archibald Geikie (1835–1924).