I don’t like, I micro-obsess

Soms ineens is er een woord voor hoe je je voelt of bent. Een woord waarvan je niet wist dat het bestond. Dat overkwam me ooit toen ik na een MBTI-test ontdekte dat ik het INFJ-type ben. Ik had ineens een handleiding voor mezelf. Zo’n zelfde openbaring had ik vorig jaar toen Martin Rombouts, spokenword kunstenaar en winnaar van de Slimste Mens in 2022, over zijn micro-obsessies vertelde. Ik dacht gelijk: ‘dát heb ik ook!’ Wat heerlijk om er een woord voor te hebben. En wat is het een héérlijk woord! Ik weet eigenlijk niet of Martin Rombouts het op dezelfde manier bedoelt als dat ik het interpreteer, maar dat maakt niet uit. Ik heb een woord voor wat mij drijft. Voor waar ik blij van word. Voor waar ik deze website voor bij hou.

Oorwurm
Om iets te bereiken lijk je bijna wel een obsessie te moeten hebben. De Van Dale definieert een obsessie als ‘iets wat iemand onophoudelijk in zijn gedachten bezighoudt.’ In de psychiatrie is zo’n obsessie iets negatiefs. Dan zijn het ongewenste gedachten, beelden en impulsen die soms de hele dag en nacht doorgaan. Ook bij mij gaat het dag en nacht door, maar ik ervaar ze niet als ongewenst. Soms kan een zinnetje zo mooi klinken dat ik het de hele dag in mijn hoofd heb. Waarschijnlijk is deze afwijking verwant aan de oorwurm, ook iets waar ik bijna dagelijks mee te maken heb. Dan is het geen zinnetje, maar een liedje dat dagenlang (soms wekenlang) in mijn hoofd zit. En vaak gaat het ook samen. En ondertussen tel ik ook nog heel vaak tot 100 of meer. Een overloaded head krijg ik er soms van. Misschien is dat ook de reden waarom ik soms even gewoon alleen in een kamertje wil zitten. Zonder extra prikkels van buitenaf.

Alice in Wonderland
Mijn gedachten zijn voor zover ik weet niet zo erg dat ik op de divan bij de psychiater moet gaan liggen. Ze zijn ook niet helemaal ongewenst en ik ondervind er, behalve een overprikkeling op zijn tijd, niet echt veel nadeel van. Ik lijd niet onder mijn obsessies. Herstel, mijn micro-obsessies. Ik ben er zelfs dol op. Ik vind micro-obsessie ook precies passen bij wat het voor mij is. Micro klinkt klein, onbeduidend naast het grote boze ‘obsessie’. En hoe dat bij mij werkt? Ik kan door een toevalligheid iets ontdekken en er dan helemaal in opgaan. Er helemaal geobsedeerd door raken. Er alles over willen vinden. Een val in het rabbit hole dat internet heet. Als een Alice in Wonderland volg ik het witte konijn naar de krochten van het internet. Soms gaat het over een schrijver, dan weer een kunstenaar, een film, een kunstwerk, of een muziekstuk, een bloem of een vogel. Ik kan weken achter elkaar ergens geobsedeerd over zijn. Dat wordt dan weer vanzelf vervangen door een nieuw onderwerp.

Tweede brein
Mijn internetbrowser is het equivalent van mijn overloaded head, maar dan op de laptop. Er staan altijd tientallen tabjes open. Allemaal onderwerpen die ik nog nader wil bestuderen en die eventueel tot een micro-obsessie kunnen leiden, of al zijn. Nog niet zolang geleden heb ik hier een nieuwe weg in gevonden. Sinds ik het concept ‘tweede brein‘ heb ontdekt kan ik al mijn invallen, interessante artikelen, beginnende micro-obsessies, kwijt in de app Notion. Dit werkt min of meer als een braindump van de invallen en vondsten. Het vullen van mijn ’tweede brein’ is overigens een micro-obsessie op zich geworden. En dat is eigenlijk niet de bedoeling, want het concept van een tweede brein is niet archiveren maar er iets mee doen.

Writers’s block
Tot op heden maakte ik een blogpost over iets dat me bezighield of wat ik had meegemaakt. Dan had ik het opgeschreven en kon ik weer verder naar het volgende onderwerp. Maar doordat de micro-obsessies zich de laatste tijd in een steeds sneller tempo aan me opdrongen en ik daarnaast druk was met het vullen van mijn tweede brein, had ik geen tijd meer om er ook daadwerkelijk over na te denken of er een bericht over te maken. Er zat geen lijn meer in. Een soort writer’s block. Genoeg ideeën (teveel), maar geen idee wat ik ermee moest.

Rode draad
Na wat sudderen en stoven heb ik de oplossing gevonden. Binnenkort gebruik ik mijn micro-obssessies om een nieuwsbrief mee te vullen. Een vervolg op mijn nieuwsbrief uit 2020 die ik begon tijdens de eerste lockdown. Elke editie van mijn nieuwe nieuwsbrief wijd ik aan een micro-obsessie. Of aan meerdere micro-obsessies als ze iets met elkaar gemeen hebben. Want soms zie ik ineens een rode draad in de verschillende onderwerpen waar ik dingen over verzamel. Ik word zelf helemaal blij en rustig van dit idee. Ik heb een kapstok, een richting. Het legt lijntjes in mijn brein, het geeft samenhang. Het laat me iets doen met mooie en interessante dingen die op mijn pad komen. Een voorbeeld van een rode draad in die micro-obsessies is bijvoorbeeld het boek ‘De eerste wandelaar‘ van Flip van Doorn, over de wandelingen van de doopsgezinde predikant Jacobus Craandijk. Ik zie in die boeken van Craandijk ook weer linkjes met het verhaal over mijn stamboom. En over wandelen. Daar kan ik weer wat mee!

Een van de grappige quotes over het INFJ-type is I don’t like, I obsess. Ik heb daar nu van gemaakt I don’t like, I micro-obsess.