Oude vogelprenten van Nozeman & Sepp

De Grutto

Met mijn interesse in vogels kwam ook mijn fascinatie voor oude vogelprenten. De prenten zijn vaak wonderschoon en waardig om ingelijst te worden. Een mooie manier van vroeger om de mensheid vooruit te brengen. Toch zit er aan al die kleurenpracht een zwart randje. Vaak werden de vogels namelijk speciaal voor dit doel gedood. Dit was toen, zonder fotografie en samen met het gebruik van opgezette dieren, waarschijnlijk de enige manier om ze zo gedetailleerd te kunnen tekenen. Maar toch. Enkele jaren geleden kwam daar nog een zwarte bladzijde bij. John James Audubon, de bekende vogelillustrator van The Birds of America, had ook nog gebruik gemaakt van tot slaafgemaakten om tot zijn wereldberoemde vogelprents te komen. Hoewel ik de oude prenten nog steeds prachtig vind, zie ik ze tegenwoordig toch ook in een ander licht.

Het eerste oorspronkelijk Nederlandse vogelboek en een van de duurste, omvangrijkste en langstlopende werken uit de geschiedenis van de Nederlandse boekdrukkunst is de beroemde uuitgave De Nederlandsche vogelen van Cornelis Nozeman en Christiaan Sepp. De uitgave werd tussen 1770 en 1829 in vijf delen uitgegeven. Cornelis Nozeman schreef de teksten van deel 1 en een grotendeels van deel 2. Na zijn overlijden zette Martinus Houttuyn zijn werk voort. De gravures werden gemaakt door of onder toezicht van Christiaan Sepp en later door zijn zoon Jan Christiaan Sepp en zijn kleinzoon Jan Sepp.

De vijf delen samen bevatten 250 prachtige, oorspronkelijk met de hand ingekleurde gravures die de vogels zo veel mogelijk op natuurlijke grootte afbeelden, vaak met hun gevederde partner en soms met nest en eieren. Doordat de vogels op ware grootte werden afgebeeld kregen de uitgaven het grote formaat van 56 × 39,5 cm. Iedere tekening werd gegraveerd en daarna afzonderlijk met de hand ingekleurd door specialisten. Dat maakte de productie zeer duur. Het boek verscheen in afleveringen. Na iedere vijftig platen werd een titelpagina gedrukt en een lijst met behandelde vogels. Die konden dan ingebonden worden. Uiteindelijk kwam na 59 jaar het werk te bestaan uit 5 delen. Elk deel bevatte 50 met de hand gekleurde kopergravures met bijbehorende tekst. De volgorde is willekeurig omdat een vogel getekend werd op het moment dat hij beschikbaar was.

Op de website van de Koninklijke Bibliotheek kun je online zowel de oorspronkelijke vijf delen van Nederlandsche vogelen bekijken als ook via Wikimedia Commons de prenten. Ook wordt er uitgelegd wat een mega-productie het maken van deze boeken was.

In 2014 werden de delen in één band als facsimile op ware grootte heruitgegeven en aangevuld met een uitgebreide inleiding en een index met de historische en moderne vogelnamen. En in 2015 werd dezelfde uitgave maar in verkleinde editie gepubliceerd.

In 2017 maakte Bibi Dumon Tak de oude uitgave Nederlandsche vogelen van Nozeman en Sepp geschikt voor kinderen. Voor Het Heel Grote Vogelboek selecteerde zij dertig van de tweehonderd vogels uit de oorsponkelijke uitgave en schreef bij de oude ingekleurde gravures haar eigen vogelportretten. Die leerzaam en ongelooflijk grappig zijn.

I don’t like, I micro-obsess

Soms ineens is er een woord voor hoe je je voelt of bent. Een woord waarvan je niet wist dat het bestond. Dat overkwam me ooit toen ik na een MBTI-test ontdekte dat ik het INFJ-type ben. Ik had ineens een handleiding voor mezelf. Zo’n zelfde openbaring had ik vorig jaar toen Martin Rombouts, spokenword kunstenaar en winnaar van de Slimste Mens in 2022, over zijn micro-obsessies vertelde. Ik dacht gelijk: ‘dát heb ik ook!’ Wat heerlijk om er een woord voor te hebben. En wat is het een héérlijk woord! Ik weet eigenlijk niet of Martin Rombouts het op dezelfde manier bedoelt als dat ik het interpreteer, maar dat maakt niet uit. Ik heb een woord voor wat mij drijft. Voor waar ik blij van word. Voor waar ik deze website voor bij hou.

Oorwurm
Om iets te bereiken lijk je bijna wel een obsessie te moeten hebben. De Van Dale definieert een obsessie als ‘iets wat iemand onophoudelijk in zijn gedachten bezighoudt.’ In de psychiatrie is zo’n obsessie iets negatiefs. Dan zijn het ongewenste gedachten, beelden en impulsen die soms de hele dag en nacht doorgaan. Ook bij mij gaat het dag en nacht door, maar ik ervaar ze niet als ongewenst. Soms kan een zinnetje zo mooi klinken dat ik het de hele dag in mijn hoofd heb. Waarschijnlijk is deze afwijking verwant aan de oorwurm, ook iets waar ik bijna dagelijks mee te maken heb. Dan is het geen zinnetje, maar een liedje dat dagenlang (soms wekenlang) in mijn hoofd zit. En vaak gaat het ook samen. En ondertussen tel ik ook nog heel vaak tot 100 of meer. Een overloaded head krijg ik er soms van. Misschien is dat ook de reden waarom ik soms even gewoon alleen in een kamertje wil zitten. Zonder extra prikkels van buitenaf.

Alice in Wonderland
Mijn gedachten zijn voor zover ik weet niet zo erg dat ik op de divan bij de psychiater moet gaan liggen. Ze zijn ook niet helemaal ongewenst en ik ondervind er, behalve een overprikkeling op zijn tijd, niet echt veel nadeel van. Ik lijd niet onder mijn obsessies. Herstel, mijn micro-obsessies. Ik ben er zelfs dol op. Ik vind micro-obsessie ook precies passen bij wat het voor mij is. Micro klinkt klein, onbeduidend naast het grote boze ‘obsessie’. En hoe dat bij mij werkt? Ik kan door een toevalligheid iets ontdekken en er dan helemaal in opgaan. Er helemaal geobsedeerd door raken. Er alles over willen vinden. Een val in het rabbit hole dat internet heet. Als een Alice in Wonderland volg ik het witte konijn naar de krochten van het internet. Soms gaat het over een schrijver, dan weer een kunstenaar, een film, een kunstwerk, of een muziekstuk, een bloem of een vogel. Ik kan weken achter elkaar ergens geobsedeerd over zijn. Dat wordt dan weer vanzelf vervangen door een nieuw onderwerp.

Tweede brein
Mijn internetbrowser is het equivalent van mijn overloaded head, maar dan op de laptop. Er staan altijd tientallen tabjes open. Allemaal onderwerpen die ik nog nader wil bestuderen en die eventueel tot een micro-obsessie kunnen leiden, of al zijn. Nog niet zolang geleden heb ik hier een nieuwe weg in gevonden. Sinds ik het concept ‘tweede brein‘ heb ontdekt kan ik al mijn invallen, interessante artikelen, beginnende micro-obsessies, kwijt in de app Notion. Dit werkt min of meer als een braindump van de invallen en vondsten. Het vullen van mijn ’tweede brein’ is overigens een micro-obsessie op zich geworden. En dat is eigenlijk niet de bedoeling, want het concept van een tweede brein is niet archiveren maar er iets mee doen.

Writers’s block
Tot op heden maakte ik een blogpost over iets dat me bezighield of wat ik had meegemaakt. Dan had ik het opgeschreven en kon ik weer verder naar het volgende onderwerp. Maar doordat de micro-obsessies zich de laatste tijd in een steeds sneller tempo aan me opdrongen en ik daarnaast druk was met het vullen van mijn tweede brein, had ik geen tijd meer om er ook daadwerkelijk over na te denken of er een bericht over te maken. Er zat geen lijn meer in. Een soort writer’s block. Genoeg ideeën (teveel), maar geen idee wat ik ermee moest.

Rode draad
Na wat sudderen en stoven heb ik de oplossing gevonden. Binnenkort gebruik ik mijn micro-obssessies om een nieuwsbrief mee te vullen. Een vervolg op mijn nieuwsbrief uit 2020 die ik begon tijdens de eerste lockdown. Elke editie van mijn nieuwe nieuwsbrief wijd ik aan een micro-obsessie. Of aan meerdere micro-obsessies als ze iets met elkaar gemeen hebben. Want soms zie ik ineens een rode draad in de verschillende onderwerpen waar ik dingen over verzamel. Ik word zelf helemaal blij en rustig van dit idee. Ik heb een kapstok, een richting. Het legt lijntjes in mijn brein, het geeft samenhang. Het laat me iets doen met mooie en interessante dingen die op mijn pad komen. Een voorbeeld van een rode draad in die micro-obsessies is bijvoorbeeld het boek ‘De eerste wandelaar‘ van Flip van Doorn, over de wandelingen van de doopsgezinde predikant Jacobus Craandijk. Ik zie in die boeken van Craandijk ook weer linkjes met het verhaal over mijn stamboom. En over wandelen. Daar kan ik weer wat mee!

Een van de grappige quotes over het INFJ-type is I don’t like, I obsess. Ik heb daar nu van gemaakt I don’t like, I micro-obsess.

Wandelen langs voormalige landgoedboerderijen in Oranjewoud

In het gebied waar we wonen kun je bijna niet anders dan de paden op, de lanen in. En hoewel we in de vrij nieuwe wijk Skoatterwâld wonen, is alles om ons heen doordesemd van historie. Je ziet het aan de straatnaambordjes met namen van stadhouders, landgoedeigenaren en andere Friese beroemheden uit jaren her. Maar natuurlijk vooral aan de landgoederen met de prachtige statige oude huizen van Oranjewoud, Oranjestein en Klein Jagtlust. En allemaal op minder dan 10 minuten lopen van ons huis.

We wonen op de scheiding van Heerenveen en het dorp Oranjewoud. Dit dorp ligt westelijk van het park dat tegelijkertijd een bos is, dat ook Oranjewoud heet. Een dorp met de rijke historie van landgoederen, uitgestrekte bossen, fraaie lanen en de Overtuin. Het dorp dankt zijn naam aan prinses van Oranje Albertine Agnes van Nassau, weduwe van Willem Frederik van Nassau-Dietz, die hier in de 1676 een landgoed kocht en het de naam Oranjewoud gaf. In die tijd was het populair om een buitenverblijf te hebben. Daarom liet Albertina Agnes tuinen, singels en lange lanen aanleggen die geïnspireerd waren vanuit Frankrijk. Het trok meerdere voorname families naar het dorp. Niet verwonderlijk dus dat hier bovengemiddeld veel landhuizen te vinden zijn.

Regelmatig wandel ik een rondje door de buurt. Ik stap vanuit ons huis via de Prins Bernhardweg al snel het bos in en kom dan door het boslaantje Pieter Heringa Cats en loop daarna via de Koningin Julianaweg en de in barokke-stijl aangelegde Emmalaan, ooit de toegangslaan voor de buitens van Oranjewoud, weer terug naar huis. Op dat stukje van een klein half uurtje kom ik langs het landgoed Klein Jagtlust en enkele grote, tot woonhuisomgebouwde, boerderijen. Ga ik niet het bos in maar vervolg ik mijn weg over de Prins Bernhardweg dan kom ik langs een monumentale boerderij die nog mooi de sfeer uitstraalt van zijn beginjaren. En een beetje verscholen in een zijstraatje staat dan nog een soort boerenbedrijf met een woonhuis ervoor. De route brengt me daarna langs het landgoed Oranjewoud en Oranjestein.

Bij toeval kwam ik erachter dat het gebied in en rondom Oranjewoud uniek is in Friesland vanwege het groot aantal landgoedboerderijen. Dat er in Oranjewoud veel van deze boerderijen waren komt doordat de landgoedeigenaren in Oranjewoud enkele voor die tijd moderne boerderijen lieten bouwen. Ook lieten zij heidevelden ontginnen tot bouwland en grasland. Op deze manier drukten zij een belangrijke stempel op de ruimtelijke ontwikkeling van het gebied. Dat dit voor alle drie de landgoederen geldt, komt vooral doordat de landgoedeigenaren vaak aan elkaar verwand waren en de manier waarop de landgoederen werden gerund, ook op elkaar was afgestemd.

Ooit stonden hier 24 landgoedboerderijen. Ze hoorden bij een van de drie landgoederen in Oranjewoud: Landgoed Oranjewoud, Oranjestein en Klein Jagtlust. Enkele boerderijen hebben hun agrarische functie behouden, anderen zijn gesloopt of hebben inmiddels een woonbestemming gekregen. Van de 24 zijn er nog vijf over. Ik kom er regelmatig langs. Het zijn Semper Virens, Maria Albertina en Donglust, die bij Landgoed Klein Jagtlust hoorden, en Pauwenburg en Prinsenhoeve, de pachtboerderijen van Landgoed Oranjewoud. Samen met de prachtige lanen, tuinen en statige landhuizen zijn deze vijf monumentale boerderijen nog steeds beeldbepalend in Oranjewoud.

Drie voormalige landgoedboerderijen staan op een paar honderd meter van elkaar op de Prins Bernhardweg: Semper Virens, Maria Albertina en Prinsenhoeve. De vierde voormalig landgoedboerderij Donglust staat aan de Koningin Julianalaan, een weg die parallel loopt aan de Prins Bernhardweg. De Pauwenburg vind je een stuk verderop aan de Marijke Muoiwei in het dorpje Brongergea, gemeente Heerenveen.

  • Semper Virens
    Prins Bernhardweg 31, Oranjewoud. Deze landgoedboerderij is een gemeentelijke monument en in 1875 volgens een ontwerp van architect J.I. Douma uit Leeuwarden in opdracht van Peiter Heringa Cats gebouwd. Semper Virens betekent zoiets als groen blijvend of loofhoudend. In 2017/2018 is de boerderij gerenoveerd. Laurenz Roelevink, een van de oprichters van het voedingssuplementenmerk Body & Fit, heeft het monumentale pand gekocht, verbouwd en bewoont het nu. Via de site van SPARQ kun je een kijkje binnen nemen.
  • Maria Albertina
    Prins Bernhardweg 41, Oranjewoud. Gebouwd in opdracht van Pieter Heringa Cats. De Maria Albertina hoeve is van buiten nog grotendeels intact gebleven. In 1903 wordt de boerderij voor het eerste officieel Maria Albertina genoemd. De omschrijving luidt: “boerenhuis met schuur en bijgebouwen, tuin, erf en weilanden met wijk te Oranjewoud”. Tot 1994 was het in gebruik als boerderij, maar werd daarna verkocht, mede door de ontwikkelingsplannen rond de wijk Skoatterwâld. Nu bewoont de familie Van der Zee, makelaar in agrarisch vastgoed, de monumentale boerderij.
  • Prinsenhoeve
    Prins Bernhardweg 69, Oranjewoud. Deze boerderij werd in 1676 door Albertine Agnes. Het ligt ten westen van het huidige landgoed Oranjewoud en was in de 18e eeuw de hofboerderij van het zomerslot van de Friese Nassaus. De naam verwijst hiernaar. Een latere opvolger diende een tijd lang als hofboerderij van het landgoed van de Scheltinga. De boerderij stond bekend als de slotpleats. Helaas is de oude hoeve in 1996 afgebrand. Er is wel weer een nieuwe boerderij gebouwd, maar dat is meer een woonhuis met boerderij en nog maar amper te herkennen als de slotplaats die het was.
  • Donglust
    Koningin Julianaweg 94, Oranjewoud. De stelpboerderij De Donglust is gebouwd in opdracht van G.F. (Key) Bieruma Oosting. De naam Donglust is ontstaan omdat er nooit genoeg ‘dong’ kon worden aangebracht om de schrale zandgrond vruchtbaar te maken. Donglust diende als hofboerderij voor Klein Jagtlust. Het pand was verwaarloosd en in 2019 door de gemeente Heerenveen aan Bob Dijksma, eigenaar van de FNP groep verkocht. Hij liet de boerderij verbouwen tot woonboerderij.
  • Pauwenburg
    Marijke Muoiwei 23, Oranjewoud (Brongergea). Van Pauwenburg rest alleen nog een metalen beeld van een pauw bij het huis dat nu verrezen is op de plek waar de oorspronkelijke Pauwenburg ooit stond. De naam Pauwenburg verwijst naar de oude buitenplaats die hier vanaf de 17de eeuw heeft gestaan. Eerst verbleven hier enkele leden van de familie Van Haren, die vanwege hun functie aan het Hof ’s zomers graag in de nabijheid van het zomerverblijf van de Nassaus vertoefden. De boerderij werd in 1999 gekocht door L. Nieuwe Weme (van de supermarktketen die ooit in Heerenveen begon?) die het pand liet slopen en er een nieuwe woonboerderij liet bouwen. Bij de sloop stuitte men op oude fundamenten en een rioolstelsel en een wagenwiel wat gebruikt werd als mal voor een te bouwen waterput.